Pelgrimstocht La Bastide d'Armagnac

Maandag 9 juli
Ideaal weertje. Enkele bergen die de fietsers er doen aan herinneren waarvoor we getraind hebben. Iedereen komt fit en wel aan in Barbizon. Onderweg enkele steden die al vaker het strijdtoneel waren in de Tour de France. Net als gisteren worden we aangemoedigd door chauffeurs of wandelaars langs de kant van de weg. Wanneer de groep stopt, komen mensen uit de buurt spontaan vragen of ze zich willen verfrissen of iets nodig hebben. In de volgwagen zit een uitklapbare tafel die kan geinstalleerd worden op elk dorpspleintje. Op die manier beschikken de fietsers over een echte veldkeuken. Vanuit Klein-Sinaai komen de berichten binnen dat er mooie artiekels zijn verschenen in de kranten. Dat doet iedereen plezier. Het geeft weer nieuwe moed om de rit van morgen aan te vatten naar Suèvres, ongeveer 30km ten zuiden van Orléans.

Toeristisch:
Barbizon ligt in het midden van het Fôret de Fontainebleau, een van de grootste bossen van Europa, dat tussen de 20 en 30 km in doorsnee is. Het is een kunstenaarsdorpeje zoals Sint-Martens-Latem. Tussen 1830-1850 was het een toevlucht voor vele schilders die er hun liefde voor de natuur wilden beleven.
Het Kasteel van Fontainebleau in Fontainebleau is een voormalige Franse koninklijke residentie in de regio Île-de-France. Het Musée du château de Fontainebleu maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux et du Grand Palais des Champs-Élysées.
Het slot is in de middeleeuwen ontstaan, maar werd vanaf 1528 door koning Frans I uitgebreid. Hij bracht er ook een deel van zijn kunstcollectie onder - inclusief de Mona Lisa - en ging vaak jagen in het nabijgelegen woud.
Tot en met Napoleon III beschouwden alle Franse staatshoofden het kasteel als een van hun woonhuizen en hun belangrijkste jachtresidentie, naast Chambord. Koning Hendrik IV breidde het verder uit en legde een groot deel van de tuin aan. Ook de Zonnekoning Lodewijk XIV bracht er de herfsten door om te jagen. Napoleon verbouwde het en liet er de Paus logeren, die hem tot keizer kwam zalven, de kroning deed Napoleon namelijk zelf.
Het kasteel was meermaals de locatie van een verdrag van Fontainebleau. Het is nu de grootste toeristische trekpleister van de regio en staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Dinsdag 10 juli
De rit van vandaag was heel de tijd met de wind op kop. Slecht weer was het niet om te fietsen. Niet te warm en niet te koud. Zwaar bewolkt en betrokken, maar niet te heet. Enkel die wind deed de lange rechte wegen soms zwaarder wegen. Op een gegeven moment moesten we de Loire oversteken. De brede rivier heeft echter op weinige plaatsen daar een brug, dus moesten we  wel 10 tot km blijven doorfietsen tot in Blois, vooraleer we de rivier konden oversteken. Dit had als enige voordeel dat we ook eens konden genieten van serieuse meewind. Dat we daardoor 160km ipv 135km moesten afleggen, nemen we er gewoon bij. Iedereen is nog fris en monter.

Toeristisch:
Vandaag overnachten we in Chateau Laloin. Een typisch kasteel uit de Loirestreek. Het is ingericht als hotel en feestzaal.

Suèvres is een klein stadje van 1400 inwoners tussen de oceaan en Blois. Het dorp heeft vele sporen van de Gallo-Romeinse tijd. De naam was toen Sdobrium. De inwoners zijn 'Sodobriens'.
Suèvres heeft een rijk erfgoed; twee kerken: St Chritopher met zijn gevel van de Merovingers en St Lubin, een Romaans ontwerp.
Suèvres bezat 18 watermolens waarvan op dit moment nog 15 zichtbaar. 1 examplaar is nog helemaal bewaard en is volledig hersteld.

Woensdag 11 juli

Vandaag prachtig weer met veel zon, goede temperaturen, maar nog steeds die vervelende tegenwind. Sommigen kregen het daardoor wat moeilijker. Gisteren nog lange tijd over de drukke nationale wegen; vandaag was het een topparcours met het jachtwoud van Chambord, lange rechte wegen door bossen en velden en prachtige idylissche dorpjes. Uiteraard nog steeds de prachtige Loirekastelen... De gemiddelde snelheid lag zo ronde de 27.5 km/u dus eigenlijk moeten we daarvoor toch aan 30/u blijven rijden. We kwamen reeds om 15u30 in het hotel toe.

We slapen in Auberge du Capucin Gourmand. Monique en Michel Pelegrin maken van ons verblijf een feest. Het hotel is een oude 'chai' of een bovengrondse kelder waar wijn wordt gemaakt. In de tuin staat zelfs een oude séquoia van 150 jaar oud.

Morgen staat de koninginne-etappe op het programma, met 180km voor de boeg. Wie moeilijker meekan zullen we uit de wind zetten. Het groepsgevoel is enorm. We gaan alvast iets vroeger vertrekken om niet te laat toe te komen in de volgende etappeplaats, Brantôme.

Toeristisch:
Tournon-Saint-Martin is een landelijk dorpje gelegeen op de grens van L'Indre en de Loirestreek. De rivier de Creuse doorkruist het dorp en daardoor kan er gevist en gekayakt worden. Er is ook een oude watermolen die vele toeristen aantrekt. Rondom veel bossen en groen met het Parc Naturel régional de la Brenne.

Donderdag 12 juli.
De rit van vandaag was nog lastiger dan verwacht voor de groep. Het weer was echter perfect en er was zelfs geen wind meer. De moeilijkheid zat hem in de afstand. Door een kleine misrekening in het begin, weken we wat af van het oorspronkelijke parcours, waardoor we uiteindelijk bijna 200 km hebben gereden ipv 180 km. Sommigen hebben zichzelf vandaag dus wel tegengekomen. Vanmorgen vertrokken we een uurtje vroeger dan anders; 8u30. Op die manier waren we zeker op tijd toe te komen. De rit glooide langs mooie steden en dorpjes. Het is hier de steek van de Perigord. De zoete witte wijn Montbazzillac wordt hier vervaardigd. Met een gemiddelde snelheid van 26km/u kwamen we aan in ons hotel en konden we op TV zelfs nog de aankomst van Rolland zien in de zwaarste Alpenrit van de Tour. Onze overnachtingsplaats 'HOSTELLERIE DU PERIGORD VERT' heeft zwembad en jacuzzi. Maar vooral het hele dorpje is prachtig en het genieten waard. Morgen trekken we van Brantome naar Marmande. 's Avonds komt ook burgemeester Stany De Rechter aan. Het einde is dus in zicht.

Toeristisch:
Omgeven door een lus in de rivier de Dronne op 27km ten noorden van Perigueux, ligt de kleine stad Brantôme. Met zijn 2000 inwoners genoemd als "het Venetië van de Perigord". De stad is trots op de Benedictijner abdij die dateert uit 769 of 786. Keizer Karel zou aan het toenmalige nieuwe klooster een schenking hebben gedaan van relikwieën van Sint Sicaire. Verwoest door de Vikingen een paar jaar later, en herbouwd aan het eind van de tiende eeuw. De stad en de abdij ontwikkelde daarna verder.

Vrijdag 13 juli
Vandaag een rit van 130km naar Marmande. Een vrij zware rit met veel beklimmingen. Ook door de grote stad Bergerac gereden. Daarna vele kilometers door veld en mooi wijnlandschap. Maar het is nog steeds ideaal fietsweer, maar de wind komt ons nog steeds vrolijk tegemoed. Hoewel we nog nooit van onze nieuwe etappeplaats Marmande gehoord hadden, is het toch een redelijk grote stad. Pierrick Fédrogo een Frans profrenner wordt 'de neus van Marmande' genoemd omdat hij hier geboren werd in 1978. In 2010 kwam hij nog als eerste boven in de 117de etappe van de Tour tussen Pau en de Tourmalet. 
We logeren in Hotel Le Lion d'Or. 

Zaterdag zal burgemeester Stany De Rechter de groep de laatste kilometers vergezellen. Reno Martens beloofd de kop te zullen trekken. Rond de middag komen de Stekenaars dan aan in Labastide d'Armagnac, waar ze zullen worden opgewacht door het plaatselijke gemeentebestuur met burgemeester Alain Gaube.

Naast burgemeester Stany De Rechter, komt ook schepen voor Toerisme Ingeborg Temmerman de Stekense delegatie vergezellen.

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.