Gedicht Stekene

De okeren huizen van Stekene vallen
achter twee bochten plotseling uit.
Dwarsdoor de holten van hagen en stallen
wordt de wind van de vlakte luid.
 
Dichtbij het kroeshaar van de tronken
ononderbroken laveloos
ligt de vaart in haar roes verzonken
onder een groene deken van kroos.
 
en op vermolmde liggers tegen
een sintelbodem van mos en kruid
lopen spoorrails moegelegen
in arren moede het landschap uit.
 
Kleine gehuchten van niets dan daken
in een gesloten vierkant bijeen
zonder zich ergens druk om te maken
blijven levenslang op de been.
 
Maar dezelfde wind, zonder adem halen
sedert de eeuwen van Boudelo,
zoekt hij een woonplaats binnen de kralen
en de bivakken van vlas of stro ?

© 2019 Tony De Wilde. All Rights Reserved.

Please publish modules in offcanvas position.