In Klein-Sinaai doet het verhaal de ronde van een jonge pasgetrouwde boer, Robert, die een jong kalfje wilde verzorgen. Om het te leren zogen stak hij af en toe zijn vinger in de muil van het diertje, en zo leerde het zuigen als aan een uier.
Op een dag bemerkte de jongen dat zijn trouwring zoek was. Hij had er geen idee van, waar hij die kon gelegd hebben. Hij zocht alle stallen, de woonkamer, de kasten en de keuken af. Hij vond niets.